5 Tips voor snel ontspullen
Gaan opruimen betekent keuzes maken wat je bewaard. Deze spullen kun je zonder meer wegdoen.
- Alles wat versleten of kapot is, zoals:
- Handdoeken en washandjes.
- Beddengoed: matrashoezen, kussenslopen, e.d..
- Serviesgoed.
- Kleding, ook als het te klein of te groot is geworden.
- Schoeisel
- Schrijfwaar zoals pennen en potloden.
- Alles waarvan de houdbaarheidsdatum is verstreken, zoals:
- Etenswaren uit de koelkast en voorraadkast.
- Medicijnen en verbandmiddelen.
- Zonnebrand en sticks met zonnefilter.
- Cosmetica.
- Blikken verf, beits of latex.
- Alles toebehoren van spullen die je niet meer bezit, zoals:
- Gebruiksaanwijzingen van oude apparaten.
- Oude telefoon, tablet, tv of stereo.
- Oude opladers en snoeren.
- Brillenkokers (met brillen die niet meer passen)
- Alles wat incompleet is, zoals:
- Spelletjes en puzzels.
- Oplaadbare batterijen zonder oplader.
- Al het papier, zoals:
- Kranten ouder dan een week.
- Folders ouder dan een week.
- Lege kartonnen dozen en verpakkingsmateriaal.
- Spaarzegels en kortingsbonnen van verlopen acties.
- Studieboeken uit een ver verleden.